?

Waarom willen mensen alles benoemen?

Boom, aap, teen, neus, reus, klei, prullenbak, Johan, schrift, Ellen, bos, tentstok, vogel, vleugel, vos. Amen, heilig, Jezus,

God.

Almachtig wat een boel moeten we leren. En als we klaar zijn met leren leren de slimmen het weer af. De wijzen gaan dan zitten zwijgen en benoemen slechts hun kat.

De vrijen gaan dan liggen vrijen en produceren nog slechts klanken, en alle mensen met een geweten lopen de ganse dag tal van namen te bedanken.

En ik, ik kijk toe en trek mijn eigen conclusies.

Conclusies kun je ook benoemen, en het mooiste eraan is: het lijkt wel zo maar is niet zo, ze zijn zelden definitief. Conclusies moet je bijstellen, en schaven en hernoemen, en met alle conclusies in de wereld, kun je geen een probleem benoemen.

Het is zo.

Het zit zo.

Precies.

Zo is het.

Is het zo? Hoe is het? Waarom?

Kinderen zijn wijze wezens.

Waardevolle dingen. Ze benoemen zaken niet.

Ze moeten nog beginnen. Maar waar ze aan beginnen, al weten ze dat niet,

is generaliseren,

consequent structureren,

flamboyant discrimineren,

invalshoeken elimineren,

hokjes denken, hokjes plaatsen,

hokjes bedenken,

hokjes verplaatsen,

hokjes timmeren, hokjes schuren,

tot er van de wereld slechts een punt over blijft.

Het is zo.

En niet anders.

Het is altijd meer.

Meer mogelijk, meer vragen, meer problemen, meer dagen, meer bedenkingen, meer kragen, waarbij je het niet kunt vatten, - je kunt hem slechts betasten.

Het is nooit maar één.

Het is nooit maar zo. Dat zou toch saai zijn? En alleen? En eenzaam, en gewoon? Elke kleur mengt met elkaar, zo is het ook met zaken.

Het antwoord kan beter zijn: het is zóveel.

Vraag een kind hoe een brug te bouwen en hij zingt over de wielen van de bus die de brug zullen belasten. Over de kabels in de lucht die de brug zullen gaan dragen.

Over de pilaren in de grond geen woord, want zwaartekracht wordt overschat. En in de bergen wordt niet geboord, want dan worden alle dorpen nat.

"Waarom kunnen we niet met een ballon?"

"Moeten we wel over het water heen? Is het belangrijk?"

"Gaat er iemand dood?"

"Is er daar geen dokter dan?
"

Hoe kon ik zo stom zijn. Ik stop me vol met nutteloos. Ik poep alleen maar diarree van wat ik weet en van tv. De stroom houdt halt maar komt weer terug, als ik een uurtje weer ben ingeplugd. En nu leer ik af in plaats van aan: het is het beste dat ik in zestien jaar heb gedaan.

Ik vraag me af.