Ik zie bij mezelf en de mensen om me heen een moeilijk grijpbare druk insluipen. Een onrust. Even generaliseren: dat is sneller. We zijn bang. Onrustig. Veelal depressief. We zitten vast. Vast in ons systeem. Vast in onze analyses.
Ik denk dat dit komt door de radicale middelmatigheid: een onbegrepen vanzelfsprekende manier om met media om te gaan, alsóf het de wereld is.
Mijn ontmaskering...
Grote verandering voltrekt zich vaak onder onze neus, zonder dat ik het opmerk. Zo werd ik ineens een tiener, ineens had ik borsthaar, ineens was ik zelfstandige, ineens was ik 1,78 m, bebaard. Heb jij het bij jezelf gezien?
Van grote verandering gaan we rouwen. We ontkennen het te zien. Gefrustreerd als we het niet meer kunnen omzeilen, apathisch als we we het niet kunnen vermijden, proeven ervan, en besluiten er toch het beste van maken. Ieder decennium van iedere eeuw van het laatste kwart millennium kende minstens één grote verandering. Ieder decennium maakt de status quo zich zorgen over de desbetreffende verandering. Ieder opvolgend decennium bewijst de jeugd dat het er mee om kan gaan.
Stoommachines. Elektriciteit, snelheid, auto’s, openbare basisscholen, verstedelijking, globalisering, homorechten, einde Apartheid, burgeroorlogen, opstanden, crisis. Om er maar een aantal in een willekeurige volgorde uit mijn hoofd op te dreunen. Oh ja, vliegtuigen, maakten ze zich ook druk over.
Ik ben van de Coca-Cola generatie.
Dat denk ik omdat ik vermoed dat er in de jaren negentig door de reclame-industrie geëxperimenteerd werd op kinderen, zoals ik. Ik ga nu een heel duister paranoïde beeld scheppen, over bedrijven tegen ons, en om te voorkomen dat het zo overkomt bij deze een disclaimer: ik verwijt de bedrijven niets. Ik beweer niet dat er bewust leed is veroorzaakt of complotten zijn gesmeed. Ik beschrijf enkel wat ik constateer bij mijzelf.
Ik ben opgegroeid in een gestileerde, reclamegedreven maatschappij, in een tijd waar internet en televisie nog het verrassingseffect hadden, tussen mensen die geld verdienen en hun leven perfectioneren tot in de puntjes, in een samenleving waar we ons lichaam vormgeven, en onze huisdieren, waar kunst en media meer en meer in de openbare ruimte worden tentoongesteld en de integratie van de nieuwe media in de samenleving begint. Van de chatrooms en MSN. Een maatschappij waarin de reclame-industrie ons graag doet geloven dat we het perfecte leven kunnen leasen. We hebben de omstandigheden mee. De maatschappij is veilig. We zijn vrij. We bezitten de welvaart die ons alles kan geven: de eeuwige jeugd verwordt in mijn leven van een sprookje, een fantasie van dure keizers, tot een werkelijkheid, of ten minste een aannemelijkheid. En er is niets dat je niet kunt kopen. Er wordt grootschalig geëxperimenteerd met termen als Happiness en Life en Love door multinationals als Coca-Cola en McDonalds. Door toevoegingen in onze versnaperingen raken we verslaafd aan verschillende genotsmiddelen. Welke gevolgen heeft dit op mij gehad?
Een these: ik heb de media als maatstaf.
Ik creëerde hierdoor een onwerkelijk verwachtingspatroon. Ik zet deze verwachtingen om in beweging door mijn leven actief vorm te geven. Ik stileer mijn dialogen (voor zover mogelijk), mijn lichaam, mijn netwerken. Ik koop. Het liefst nieuw. Het liefst merk. Douwe Egberts koffie is lekkerder dan een bakje versgemalen pleur van thuis. Prijs bepaalt waarde. Franchises zijn gestandaardiseerd en daardoor aantrekkelijker door de weinige verschillen tussen filialen onderling. Ik hou van controle. De media helpt mij bij deze vormgeving. Stilering en standaardisatie scheppen kaders, regels -wetten zo u wenst-. Ik zit zo vast in mijn weefsel van wetten dat ik langzaam mijn vermogen tot impulsiviteit en spontaniteit verlies. Die van oprechte emotie. Mijn cognitief vermogen groeit en ik word rationeler. Ik groei een pokerface. Ik ontwikkel een kantoorartikelenfetishj. -Misschien heet dit slechts opgroeien.-
De maat der middelen
Als ik laat opblijf om een programma op TV te zien, voeg ik me naar de maat der middelen. De TV zegt: dit programma is zo laat. Ik denk: dat wil ik zien, ik blijf langer wakker. Maar als ik om een berg en een pad heen loop om de uitgehakte trap te pakken ook. Als ik niet eet omdat ik de tijd vergeet op de golven van het internet, voeg ik me naar de maat der middelen. Als ik me anders gedraag dan anders door me te voegen naar een middel, om iets te doen waarvan de kaders gesteld worden door het middel, door het medium, en ik voeg me naar het tempo en de maat der middelen, naar hun ritme, dan ben ik middelmatig.
Wanneer ik dit vanzelfsprekend en onbedoeld doe, ben ik radicaal middelmatig. Ik ben ook middelmatig wanneer ik eet wanneer ik geen honger heb, wanneer ik pak wanneer ik niets nodig heb, de nieuwe iPhone wil terwijl ik de oude heb. Ook als ik werk om een auto te betalen. Of een groot huis met twee lege kamers. Of met één lege kamer. Minimalisme is een logische reactie op de radicale middelmatigheid van de maatschappij.
Middelmatig zijn we wanneer we de media gebruiken in plaats van onszelf, bijvoorbeeld om telefoonnummers te onthouden, of beter, een roltrap in plaats van zelf klimmen. Of de wereld ontdekken door een venster in plaats van met mijn benen.
Ik luister niet meer naar mijzelf.
Wanneer het middel een doel op zich wordt raken we verslaafd. We gaan ons voegen naar het middel. Ik wil een mooiere auto dan jij. Ik heb meer geld nodig dan jij. Ik ga meer werken dan jij. Ik slaap nauwelijks en eet voor de tv. We zijn op een punt beland waarbij geld geen middel meer is maar een doel op zich. Waar leven vroeger een doel op zich was, zoeken we nu naar het doel van het leven. En schrappen we systematisch onze fundamentele behoeftes om meer van het middel te kunnen krijgen. Omdat het doel de leegte die overleven achterliet lijkt te vullen.
Ik ben radicaal middelmatig.
Ik ben verslaafd aan suiker, E621, caffeïne, alcohol, tabak, genot, ons lichaam, films, muziek, internet, informatie, groei, status, seks, porno, thee, yoga, lezen, extase en excessiviteit in het algemeen. Ik ben verslaafd aan mijn laptop, de TV, mijn iPhone. Ik gebruik mijn OV-kaart vanzelfsprekend. Ik gebruik Facebook vanzelfsprekend. Ik consumeer vanzelfsprekend. De auto was vanzelfsprekend, die is nu weg. De TV straks ook.
Radicale middelmatigheid ontstaat uit verveling. Omdat overleven ons relatief weinig energie kost zoeken we nieuwe doelen. Tijdverdrijf. En ik snap de gozer die bedacht dat hij de hele dag kon seksen. Lekker hoor. En de gast die zei: ik blijf voor de TV. En de barrista’s die de schuimigste wattenfiguren leggen. Het is leuk tijdverdrijf.
Maar het is ook tijd voor mij om in te zien dat er meer te halen valt dan genot. Of gevarieerder aanbod aan genotten. Dat er meer balans te halen valt dan excessief. Dat ik simpel minder radicaal wil worden in mijn middelmatigheid. Ik wil mij anders verhouden tot de middelen.
Het is niet erg. Het is niet fout. Het is niet goed. Het is niet slim. Het is niet dom. Het is wat het is. Soms wil ik me betrokken voelen. Dat kan door het eten van een reep chocola. Ook door te praten over een nieuwe film. Of te posten over een nieuw artikel.
Soms wil ik er niet bij horen. Dat is ook goed. Dan wil ik alleen zijn. Geen film kijken. Rondzwerven op straat, zonder bestemming, en doelloos weer thuiskomen, het hoognodige eten, naar het bos gaan, met niemand praten, sowieso een dag niets zeggen, kijken naar een kaars, uren neuriën en twee keer douchen.
Ik wil leren accepteren. Wie ik ben. Wat ik doe, wat ik fijn vind. Omdat ik dan alleen tot me neem wanneer ik dat wil. Als ik honger heb. Of als ik behoeftig ben. Of hebberig -maar alleen als ik het zelf goed vind.
Soms weet ik te goed wat goed voor me is. Mijn permanente pokerface bestaat uit veel spanning. Het grote loslaten is begonnen.
Onder mijn verdoofde ik zit een kwetsbaar persoon.
Een paar weken geleden startte ik met het actief waarnemen van de middelmatigheid in mijn leven. Ik probeer tot en vanaf vandaag de mist van verdovingen weg te nemen. Ik wil zien wat er in mijn lege huls verstopt zit. Welke energie het in mij losmaakt wanneer ik niet vanzelfsprekend middelmatig ben maar bewust. Ik noem dit mijn ontmaskering. Het is een zwaar proces dat veel losmaakt. Het vergt veel energie. Mijn gemoedstoestand veranderd. Het tempo van mijn denken is beïnvloed. Veelal is het sneller. Soms is het weg.
Ik heb begrepen dat er onder mijn verdoofde ik een kwetsbaar persoon zit. Ik verdoof immers niet voor niets al jaren mijn hele gemoed. Ik ben bang voor mijn kwetsbaarheid. Ik zoek naar de angstloze kwetsbaarheid. Ik wil me echt laten zien aan mensen. Onverdoofd. Soms ervaar ik voordelen. Dan praat ik als vanzelf. Pak ze in. Ik weet nauwelijks wat ik allemaal zeg, en helemaal niet wat mijn lichaam doet. Voor het eerst spreekt mijn lichaam boekdelen. Dan ineens word ik uitgenodigd voor een sjieke koffie. Het kost me geen moeite. Ik niet hoef na te denken, te oordelen over mezelf. Mijn filter staat uit. Ad rem heet dat volgens mij. Ik ben extra charmant omdat ik jong én mezelf ben. En een baard heb.
Soms ervaar ik nadelen. Deze kwetsbare houding ten opzichte van anderen betekent dat ik ook boekdelen spreek wanneer ik niet op mijn gemak ben. Ik kan mijn gezicht niet meer in de plooi houden. Dat wil ik ook niet, dus dat geeft niet, maar over de gevolgen had ik nog niet nagedacht. Het betekent dat mensen mij vaker vragen: ‘Gaat het wel goed me je?’ Ik heb geen reden om te denken dat ik vaker depressief ben. Mensen zien het gewoon beter. Soms lijk ik jaren ouder, als ik bezorgd ben, maar enkel omdat ik twijfel.
Dat is ook een deel van kwetsbaarheid: Ik verleid mezelf niet langer te geloven dat ik daadkrachtig ben. Dat ben ik vaak juist niet. Maar ik deed alsof. Dus vroeger nam ik een beslissing en ging ik daarna twijfelen. Nu twijfel ik langer voor ik een beslissing neem; maar een ander deel van kwetsbaarheid is het durven omarmen van onzekerheid. Ik denk dus zeker dat ik moet leren om de beslissing niet uit te stellen, waar onnodig, of niet realistisch, en de gevolgen te accepteren. Soms zijn het valse dilemma’s; er zijn meer alternatieven die ik niet zie; soms zijn beide opties eigenlijk wel prima.
Er zijn van die momenten die je op je breintijdlijn zou markeren als hoogtepunt. Als keerpunt in je leven. Als ik iets heb geleerd is het dat alles levensveranderend is of kan zijn. De kleinste beslissing kan verstrekkende, langdurige gevolgen hebben, danwel positief danwel negatief. De kleinsten. Soms maakt het niet uit wat je beslist; het pakt toch goed uit. Misschien negentig procent bij optie A en honderd bij B, maar ach, als je zonder zorgen voor optie A kiest, is dat misschien een beter alternatief dan een lange termijn van angst, twijfel en onzekerheid, om vervolgens de tweede optie van honderd procent te kiezen. Als ik hier al iets mee wil zeggen is het maar dat ik niet bang wil zijn om te beslissen. Als ik hier iets mee wil illustreren is het maar dat we vaak bang zijn voor iets wat niet gebeurt. Of ons zorgen maken om het onvermijdelijke. Er is vaak geen juiste of goede beslissing. Er is slechts wat je het liefst hebt en dat wat je minder lief hebt.
Ik weet dat ik niet de enige radicaal middelmatige Westerling ben; daar durf ik mijn kop op te verwedden. Ik denk dat ik niet de enige ben die uit mijn middelmatigheid wil breken. Om er vervolgens in balans mee te leven. Of in vrede naast. Ik hoop dat ik niet de enige ben die deze energie omzet in beweging. Het is enkel aan mij om mijn eigen ontmaskering in te zetten.
Shawn Buckles
Leeuwarden, 7 oktober 2013